PGB-Jeugd

Dubbele kinderbijslag

Voordat ik uitleg geef over PGB-aanvragen, eerst de dubbele kinderbijslag voor kinderen ouder dan 3 jaar die intensieve zorg nodig hebben. U kunt dit aanvragen bij de SVB (Sociale verzekeringsbank), die de beoordeling overlaat aan het CIZ (Centrum voor indicatiestelling zorg). U kunt dit aanvragen via deze link.

¹Bron: www.svb.nl/dubbele-kinderbijslag-thuiswonend-kind-intensieve-zorg 

Jeugdwet

De gemeente is sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor bijna alle vormen van jeugdhulp. De gemeentelijk taken zijn vastgelegd in de Jeugdwet. Deze wet regelt de verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen en jongeren (jeugdigen) en hun ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Het gaat om jeugdigen tot de leeftijd van 18 jaar, maar verlengde jeugdhulp tot na 18 jaar is mogelijk¹.

¹Bron: www.stimulansz.nl/jeugdwet-jeugdhulp-gemeenten 

Wlz

Sinds 1 januari 2018 is geneeskundige verzorging van jeugdigen met een medische aandoening overgegaan van de Jeugdwet naar de Zorgverzekeringswet (kinderwijkverpleging). Het gaat vaak om kinderen met een ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke of meervoudige beperking en om kinderen met gedragsproblemen. Bijvoorbeeld een kind met autisme dat extra hulp nodig heeft om te leren zichzelf te verzorgen.
Verpleging valt onder de Zorgverzekeringswet (wijkverpleging). Als een jeugdige blijvend behoefte heeft aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid, dan valt verpleging en verzorging onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Vooral kinderen met een verstandelijke, zintuiglijke of meervoudige beperking krijgen toegang tot de Wlz¹.

Meer informatie over het aanvragen van een Wlz aanvraag vndt u hier²:

De behandeling van een aanvraag voor PGB onder de Wlz wordt uitgevoerd door een zorgkantoor bij u in de buurt. Via deze link kunt u zien welk zorgkantoor in uw regio de PGB aanvragen onder de Wlz uitvoert³.

¹Bron: www.stimulansz.nl/jeugdwet-jeugdhulp-gemeenten 
²Bron: www.zilverenkruis.nl/zorgkantoor/Paginas/zorgregios 
³Bron: ciz.nl/uw-aanvraag-in-vier-stappen 

Jeugdwet of Wlz?

Om Wlz-zorg te krijgen moet uw kind een blijvende (levenslange) zorgbehoefte hebben. Bij jonge kinderen is dat nog niet altijd duidelijk. Door behandeling en ontwikkeling kan de situatie immers nog veranderen. Bij jonge kinderen ligt het accent ook vaak op de medische zorg. Die wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet. De zorgbehoefte verschuift vaak langzaam naar de gehandicaptenzorg. Dan kan duidelijk worden dat deze kinderen vanwege hun ernstige verstandelijke beperking levenslang en levensbreed zorg nodig hebben. U kunt dan (opnieuw) een Wlz-indicatie aanvragen. Vaak gebeurt dit rond het 5e jaar, maar dat kan ook eerder of later zijn. Het CIZ hanteert géén harde leeftijdsgrens¹.

¹Bron: www.informatielangdurigezorg.nl/wlz-jeugd 


Keuze voor PGB-Jeugd bij Nikki

Voor onze dochter Nikki hebben wij besloten eerst een PGB-Jeugd aan te vragen, omdat ten tijde van het starten van het PGB-Jeugd-traject er nog geen diagnose gesteld was en wij niet beter wisten dan dat zij een ontwikkelingsachterstand had met onbekende oorzaak. Ook nu (januari 2020) krijgen wij nog steeds PGB vanuit de Jeugdwet en wij zijn voornemens om een volgende aanvraag in juni 2020 nog steeds te laten lopen via de Jeugdwet. Dit omdat er geen duidelijkheid is of bij de beoordeling voor PGB via de Wlz hetzelfde PGB toegekend wordt. Hierdoor is er voor ons geen zekerheid of Nikki de zorg kan blijven ontvangen als zij nu ontvangt. Het is niet namelijk niet mogelijk om te kiezen tussen PGB via Jeugdwet en PGB via Wlz. Mocht zij bij Wlz geaccepteerd worden en er daar een PGB budget toegekend worden, dat kunnen we niet anders als dat accepteren. We kunnen dan niet meer terug naar de gemeente voor PGB via Jeugdwet. U dient hier zelf ook rekening mee te houden en mijn advies is u zich hier goed over te laten informeren. Onderstaande informatie gaat daarom over een PGB-Jeugd aanvraag via gemeente (Jeugdwet) en niet over een aanvraag Wlz. 


Wat wordt verstaan onder jeugdhulp?

Jeugdhulp is het begrip wat door de gemeente gebruikt wordt voor de ondersteuning van en hulp aan jeugdigen en hun ouders. Deze hulp en zorg hebben tot doel: het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen. Onder jeugdhulp valt ook het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer. En: het bevorderen van het zelfstandig functioneren van jeugdigen (18-) met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Bovendien valt onder jeugdhulp het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen (18-) met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking¹.

¹Bron: www.stimulansz.nl/jeugdwet-jeugdhulp-gemeenten 

Doelstellingen van de Jeugdhulp

De Jeugdwet heeft de volgende doelstellingen¹:
- De wet gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun eigen sociale netwerk.
- Minder snel medicatie voorschrijven en de zorgvraag terugdringen.
- Eerder de juiste hulp op maat bieden aan jeugdigen en ouders. Zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk. En met aandacht voor de (kosten)effectiviteit van de hulp.
- Integrale hulp aan gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur.
- Voor professionals: minder regeldruk en meer ruimte voor het bieden van de juiste hulp.

¹Bron: www.stimulansz.nl/jeugdwet-jeugdhulp-gemeenten 

Wat is een PGB-Jeugd?

Een PGB, wat staat voor persoonsgebonden budget, is geld waarmee je zelf ondersteuning inkoopt¹. Het is een alternatief voor Zorg in Natura, wat uitgevoerd wordt door gecontracteerde zorginstanties, bijvoorbeeld KDC’s (Kinderdagcentra). Een PGB kan aangevraagd worden voor de volgende hulpvragen:
- begeleiding in het dagelijks leven (begeleiding individueel)
- begeleiding in een groep, zoals dagbesteding
- logeeropvang (gemeenten noemen dit respijtzorg)
- persoonlijke verzorging, zoals hulp bij wassen en aankleden
- ondersteuning bij de opvoeding

¹Bron: www.jeugdengezinsteams.nl/pgb 
²Bron: www.pgb.nl/een-pgb-aanvragen-bij-de-gemeente 

Het aanvragen van een PGB

Heeft uw kind hulp nodig? Dan maakt u samen met de gemeente, of een door de gemeente aangewezen instantie, een plan waarin staat wat er precies nodig is voor uw kind. In onze regio is de door de gemeente aangewezen instantie JGt-Holland Rijnland, waarbij JGt staat voor Jeugd- en Gezinsteam, min of meer onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het JGt besluit of het PGB wordt toegekend. Echter heeft iedere gemeente eigen voorwaarden waaronder een PGB moet worden aangevraagd. U kunt hiervoor contact opnemen met het JGt, of andere instantie die dit uitvoert, bij u in de buurt om de mogelijkheden van een PGB voor uw kind te bespreken¹. Maar voordat u dit doet, lees eerst deze tekst zodat u zich goed voor kunt bereiden.

Een PGB aanvraag bij de gemeente bestaat uit 5 stappen²:
- Een melding doen bij de gemeente, of de door de gemeente aangewezen instantie.
- Een familiegroepsplan schrijven waarin je beschrijft wat je kind wel en niet kunt, en waar je kind hulp bij nodig hebt. Het is niet verplicht om een plan te maken.
- De gemeente onderzoekt je aanvraag. Dit mag maximaal 6 weken duren. Meestal vindt er een persoonlijk gesprek plaats. Veel gemeenten noemen dit gesprek het ‘keukentafelgesprek’.
- Je krijgt een verslag van het onderzoek. Als je het eens bent met wat hierin staat, onderteken je het verslag. Als je het niet eens bent met het verslag, onderteken je het verslag niet. Je schrijft er wel bij waarom je het er niet mee eens bent.
- Nadat je het verslag hebt teruggestuurd, besluit de gemeente binnen 2 weken of je de gevraagde hulp krijgt. Ook hoor je dan of je voor die hulp een PGB krijgt. Als je het niet eens bent met het besluit, kun je bezwaar maken.

¹Bron: www.jeugdengezinsteams.nl/pgb 
²Bron: www.pgb.nl/een-pgb-aanvragen-bij-de-gemeente

Jeugdhulpplicht

De gemeente heeft een jeugdhulpplicht. De Jeugdwet bepaalt dat de gemeente verantwoordelijk is voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Centraal staat niet de vraag waar de jeugdige en zijn ouders recht op hebben, maar welke ondersteuning écht nodig is. Wat kunnen ouders zelf, welke ondersteuning kunnen zij krijgen uit de eigen omgeving (sociale netwerk, familie etc.) en welke professionele ondersteuning is er nodig¹.

Om te beoordelen of er echt jeugdhulp nodig is, heeft de Centrale Raad van Beroep in 2017 in een uitspraak een soort stappenplan geformuleerd voor gemeenten. Dit stappenplan is als volgt¹:
- Het college stelt de hulpvraag van de jeugdige of zijn ouder vast.
- Het college stelt vast of er sprake is van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
- Het college bepaalt welke hulp (aard en omvang) nodig is voor de jeugdige om gezond en veilig op te groeien, te groeien naar zelfstandigheid, voldoende zelfredzaam te zijn en mee te doen in de samenleving. Hierbij houdt het college rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau.
- Nu moet worden onderzocht of én in hoeverre de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen (de ‘eigen kracht’) van de ouder(s) en van het sociaal netwerk voldoende zijn om zelf de nodige hulp en ondersteuning te kunnen bieden.
- Alleen voor zover de eigen kracht ontoereikend is, moet het college een jeugdhulpvoorziening verlenen.

Bij het antwoord op de vraag naar het aandeel van de ouders moet het college alle belangen afwegen. Waaronder in elk geval het belang van ouders om te voorzien in een inkomen, de belastbaarheid van ouders en de draagkracht van ouders, de behoefte en mogelijkheden van de jeugdige en die van de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders¹.

¹Bron: stimulansz.nl/jeugdhulp gemeenten

Woonplaatsbeginsel

Het woonplaatsbeginsel, beschreven in de Jeugdwet, bepaalt dat de gemeente waar de ouder met gezag woont de verantwoordelijke gemeente voor de jeugdhulp is. Vanaf de leeftijd van 18 jaar is gemeente waar de jeugdige daadwerkelijk verblijft verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Dat geldt ook voor verlengde jeugdhulp¹.
Dit wijzigt per 1 januari 2021, dan wordt de gemeente waar de jeugdige zijn woonadres heeft volgens de BRP (Basisregistratie Personen) verantwoordelijk en is het gezag niet meer bepalend. Bij Jeugdhulp met verblijf wordt de gemeente verantwoordelijk waar de jeugdige voorafgaand aan zijn (eerste) verblijf zijn woonadres had. De gemeente waar de jeugdige vandaan komt blijf dus (financieel)verantwoordelijk¹.

¹Bron: stimulansz.nl/jeugdhulp-gemeenten

Doorverwijzing door arts

De Jeugdwet bepaalt dat huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten de jeugdige zonder tussenkomst van de gemeente kunnen doorverwijzen naar een individuele voorziening. Artsen zijn daarin vrij in hun keuze om een bepaalde zorg voor te schrijven. De jeugdige kan dus terecht bij iedere hulpaanbieder, ook wanneer er geen contract is tussen de gemeente en de hulpaanbieder. Wel schrijft de Jeugdwet voor dat een gemeente goede afspraken moet maken met de verwijzers over de voorwaarden waaronder en de manier waarop de verwijzing plaatsvindt. Wij hebben de ervaring dat dit vastgelegde recht niet altijd in de praktijk zo werkt. Er zijn namelijk per gemeente andere spelregels, en niet naar iedere vorm van zorg wordt zonder meer doorverwezen door artsen¹.

¹Bron: stimulansz.nl/jeugdhulp-gemeenten 

PGB via Jeugdwet

De Jeugdwet kent ook de mogelijkheid om te kiezen voor een persoonsgebonden budget (PGB). Een jeugdige of zijn ouder komt hiervoor in aanmerking als:
- De gemeente een individuele voorziening heeft toegewezen
- De ouder/verzorger van de jeugdige kan aangeven waarom hulp in natura niet geschikt is
- De ouder/verzorger het PGB kan beheren: inkoop van ondersteuning, aansturing van hulpverleners
- De aanvrager de zorg inkoopt die goed en veilig is

Het kan zijn dat de zelf ingekochte zorg duurder is dan zorg in natura. Dat mag voor de gemeente geen reden zijn om het PGB te weigeren. Wel kan de gemeente ervoor kiezen een bedrag te verstrekken gelijk aan de kosten van de zorg in natura. De ouder/verzorger betaalt dan zelf de meerkosten¹.

¹Bron: stimulansz.nl/jeugdhulp-gemeenten 

Onafhankelijk cliëntondersteuner

Wanneer u te maken krijgt met een Jeugd- en Gezinstean (JGt) van uw gemeente, is het belangrijk om te onthouden dat zij een dubbele pet op hebben. Aangezien zij doorslaggevend zijn in het al dan niet toekennen van uw PGB is het belangrijk te realiseren dat u een risico loopt wanneer u alles op tafel legt. Het is daarom belangrijk dat u, wanneer u ook maar het idee krijgt dat de PGB-aanvraag een moeizaam proces kan gaan worden, vraagt om een onafhankelijk cliëntondersteuner. Een onafhankelijk cliëntondersteuner helpt om de hulpvraag duidelijker te krijgen, keuzes te maken, de juiste hulp te organiseren en verschillende hulpsoorten op elkaar af te stemmen¹. Ook kan de onafhankelijk cliëntondersteuner de gesprekken met gemeente voorbereiden, (samen met u) voeren en met u napraten. Cliëntondersteuners zijn ervaren vrijwilligers of professionals². Een onafhankelijk ondersteuner is geen maatschappelijk werker¹.

¹Bron: kennisbank.patientenfederatie.nl/onafhankelijke-cliëntondersteuning 
²Bron: cjgalphenaandenrijn.nl/jeugd--en-gezinsteams

Vertrouwenspersoon

Het kan gebeuren dat u ontevreden bent over de hulp die u krijgt. Als u er niet uitkomt met de hulpverlener van het Jeugd en Gezinsteam, neem dan contact op met een vertrouwenspersoon. U heeft volgens de Jeugdwet ook recht op een onafhankelijk vertrouwenspersoon. Hiervoor kunt u terecht bij het AKJ (Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg). Een vertrouwenspersoon luistert naar uw verhaal en neemt dit altijd serieus. De vertrouwenspersoon informeert u over uw rechten en geeft advies. Ook kan de vertrouwenspersoon u ondersteunen bij het opstellen van een klachtbrief en bij een gesprek met het Jeugd en Gezinsteam. Ondersteuning door een vertrouwenspersoon van het AKJ is gratis. Vertrouwenspersonen van het AKJ zijn niet in dienst van gemeenten, het Jeugd en Gezinsteam of Centrum voor Jeugd en Gezin¹.

¹Bron: cjgalphenaandenrijn.nl/jeugd--en-gezinsteams    


PGB aanvraag bij Nikki

Bij onze dochter Nikki liepen ging de PGB aanvraag niet eenvoudig. Wij hadden zelf met een aantal problemen te maken:
- Het JGT wees in een eerste gesprek veel zorg af om onjuiste redenen
- De revalidatiearts wilde niet de zorg die wij noodzakelijk achtten voorschrijven
- De zorgverleners hadden niet de juiste papieren om de gevraagde vergoeding uitgekeerd te kunnen krijgen
- Wij ervoeren een sturing naar natura-zorg (gecontracteerde zorg)omdat veel JGt mensen een verbinding hebben met een bepaalde organisatie waar de gemeente een contract mee heeft

Revalidatiecentrum

Onze dochter Nikki ging eerst naar het revalidatiecentrum in Leiden. Hier zat zij op een therapeutische peutergroep van de afdeling vroegbehandeling. Nikki is hier intensief behandeld tussen oktober 2018 en mei 2019. Dit was nog voor de diagnose Rett / MeCP2 mutatie, en er was nog sprake van een ‘Vertraagde ontwikkeling op motorisch en communicatief gebied e.c.i. (e causa ignota / met onbekende oorzaak)’. Hier is het ‘gedoe’ eigenlijk al een beetje begonnen. Begin 2019 kregen wij te horen dat dit niet de juiste plaats was voor Nikki. Nikki leek niet goed te begrijpen wat er van haar werd verwacht, nam geen eigen initiatief om dingen te leren of zich zichzelf en haar omgeving te ontdekken en raakte snel overprikkeld. Nikki werd onrustig in een omgeving waar ouders en zorgverleners continu en- en uitlopen. Deze onrust verlaagt de concentratie van Nikki waardoor haar ontwikkeling in de therapieën eronder lijdt. Om deze redenen heeft de revalidatiearts, verbonden aan hetzelfde revalidatiecentrum, de afrondende fase ingezet. De revalidatiearts heeft voorgeschreven dat de meest optimale ontwikkeling te verwachten is onder individuele begeleiding in een rustige en veilige omgeving. Nikki werd hiervoor doorverwezen naar de wachtlijst bij het KDC (Kinderdagcentrum) in Leiden.

Budget stop

Hier begon het al een beetje te wringen. Want het revalidatiecentrum wordt betaald vanuit de zorgverzekeringswet (ZVW), door de zorgverzekeraar dus, en het KDC wordt betaald door de gemeente. En op het moment dat wij doorverwezen werden van het revalidatiecentrum naar het KDC was er een budgetstop bij de gemeente. De gemeente koopt namelijk plaatsen in bij het KDC, en het maximale aantal plaatsen was bereikt. Dit wist het revalidatiecentrum, want wij werden niet doorverwezen naar het KDC, maar naar de wachtlijst bij het KDC. Toen ik bij het revalidatiecentrum vroeg of zij dan daar kon blijven zolang zij op de wachtlijst staat bij het KDC bleek dit niet mogelijk. Er werd mij (mondeling) verteld dat zij geen wachtlijst bij een KDC konden faciliteren. Nikki zou dus voor een onbekende periode onbehandeld blijven. Niet omdat er geen fysieke plaats is bij het KDC, maar omdat er geen budgettaire plaats is. Tot de dag van vandaag neem ik het het revalidatiecentrum ernstig kwalijk dat zij aangegeven hebben Nikki zomaar onbehandeld weg te sturen zonder dat de zorgcontinuïteit voor haar gegarandeerd was. Achteraf hebben ze daar excuses voor aangeboden en aangegeven Nikki nooit onbehandeld weg te sturen, maar dat is makkelijk praten als je als ouders zelf een oplossing gevonden hebt. Achteraf denk ik dat ze het gezegd hebben om via ouders druk uit te oefenen op de gemeente.

KDC

Wij zijn wel langs geweest voor een rondleiding bij het KDC in Leiden, nota bene samen met een behandelaar van het revalidatiecentrum, en vroegen ons direct af wat nu precies het verschil is tussen de therapeutische vroegbehandeling van het revalidatiecentrum en de groep bij het KDC waar zij dan na de wachtlijst geplaatst zou worden. Minder leidsters per aantal kinderen, meer onrustige omgeving, rommelige lokalen en geen individuele therapie. Uit alle stukken die wij ontvangen hebben van het revalidatiecentrum bleek juist dat dit niet is wat Nikki nodig heeft. Waarom worden wij dan toch doorverwezen? Nooit een duidelijk antwoord kunnen krijgen. Het lijkt erop dat de doorverwijzing gemaakt is omdat de route nu eenmaal zo loopt. Kinderen gaan gewoon van de therapeutische peutergroep van het revalidatiecentrum door naar het KDC. Tevens werd een KDC door veel zorgverleners die wij gesproken hebben afgeraden. Het zou voor Nikki niet de veilige vertrouwde omgeving zijn waar zij zo goed leerbaar is. Hier grepen wij als ouders in. We gaan zelf iets voor Nikki organiseren met PGB.

Eigen MDT

Via de Nationale Hulpgids hebben wij zelf een MDT samengesteld. We hebben als uitgangspunt de therapieën bij het revalidatiecentrum aangehouden en zijn daarom op zoek gegaan naar een orthopedagoog en kinderpsycholoog. Nikki ging al naar logopedie, fysiotherapie en psychomotorische therapie. Toen het team helemaal compleet was heb ik de PGB aanvraag geschreven. Ik heb deze aanvraag anoniem gemaakt, deze is hieronder te downloaden.

Persoonlijk PGB Plan Anoniem
Word – 52,0 KB 444 downloads

Probleem 1: Ten onrechte afwijzen zorg
Het JGt wees in eerste instantie zorg af. Zo kon psychomotorische kindertherapie niet betaald worden uit het PGB omdat het zorg was die viel onder de Zorgverzekeringswet (ZVW). Dit is niet juist. Psychomotorische therapie valt onder alternatieve geneeswijzen en wordt gedeeltelijk vergoed aan een aanvullende ziektekostenverzekering. De aanvullende ziektekostenverzekering staat los van de Zorgverzekeringswet. Uiteindelijk heeft het even geduurd, maar is de gemeente toch bereid gebleken een uurtarief van € 51,00 te betalen via PGB voor psychomotorische kindertherapie. Eventueel kan de FVB Handreiking - Vrijgevestigde vaktherapie in de jeugdhulp voor gemeenten u helpen bij de aanvraag van vaktherapie (beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische (kinder)therapie en speltherapie). Deze kunt u hieronder downloaden.

FVB Handreiking VT Jeugdhulp Voor Gemeenten Maart 2019
PDF – 793,7 KB 461 downloads

Probleem 2: Een niet meewerkende revalidatiearts
Wij hadden een vrij passieve revalidatiearts die niet duidelijk een mening had over wat wij van plan waren voor Nikki. Zij stuurde een verwijzing waarin stond: ‘Middels deze brief verwijs ik Nikki voor individuele begeleiding middels perifere therapie en naar KDC de Walnoot om op de wachtlijst geplaatst te worden.’. Dit lijkt duidelijk, maar de gemeente wilde dat zij specifiek doorverwees naar de therapie die wij rondom Nikki samengesteld hadden. Eigenlijk zou de revalidatiearts ons complete verhaal moeten ondersteunen. Dit wilde de revalidatiearts niet omdat zij onze zorgverleners niet kende. Uiteindelijk daar een truc voor bedacht, die ik later vaker toegepast heb. Ik heb een mail gestuurd met vragen waarop eigenlijk alleen maar het antwoord gegeven kan worden wat ik nodig heb. Ik wil benadrukken dat ik met dit soort mails niet altijd vrienden maak en er is weleens een klachtencommissie voor nodig geweest om het antwoord te krijgen. Gebruik het dus als uiterste middel. Onderstaand een aantal vragen die ik gesteld heb aan de revalidatiearts:

Vraag: Zoals met u besproken krijgt Nikki momenteel ook psychomotorische kindertherapie. Van medewerkers van uw Therapeutische Peutergroep hebben wij vernomen dat elementen van psychomotorische kindertherapie ook bij uw centrum meegenomen worden bij andere disciplines. Bent u van mening dat psychomotorische kindertherapie bij Nikki binnen een veilige omgeving en met inzet van een breed aanbod van middelen zoals bewegen, lichaamsgerichte oefeningen, (balans)spel, muziek, ritme en creatieve materialen, positief bijdraagt aan haar ontwikkelingsproces?
Antwoord van revalidatiearts: Dit draagt zeker positief bij aan haar ontwikkeling.

Dit antwoord kan dus gebruikt in de PGB aanvraag, want hier staat nu letterlijk dat de revalidatiearts van mening is dat psychomotorische kindertherapie bijdraagt. Ze geven het immers zelf ook, dus als ze hier zou zeggen dat het niet positief bijdraagt zou ik haar vragen waarom ze het dan daar wel toepassen.

Vraag: Uw collega ergotherapeut F bij de Therapeutische Peutergroep, stelt een vraag in het laatste behandelplan (versie 24 april 2019, bladzijde 12 van 13); ‘Wat is de beste leeromgeving voor Nikki die behoefte heeft aan een veilige vertrouwde omgeving waar telkens in dezelfde structuur activiteiten worden aangeboden en met een vast bekend persoon nieuwe activiteiten aanleert in een 1-op-1 situatie?’ Deelt u de mening van uw collega F dat in een veilige vertrouwde omgeving, bijvoorbeeld thuis, in een 1-op-1 situatie van een vast bekend persoon Nikki het beste nieuwe activiteiten aanleert?
Antwoord van revalidatiearts: Op basis van wat we nu zien in Nikki haar ontwikkeling, is dat zo.

Dit antwoord moest ze geven, want de revalidatiearts wil ook niet haar collega afvallen. Zo zijn artsen nu eenmaal, ik moet de eerste arts nog tegenkomen die zegt dat een collega het mis heeft. Eigenlijk is dit dus een soort indirecte verwijzing naar therapie thuis in een veilige vertrouwde omgeving.

Probleem 3: niet iedere zorgverlener was BIG- of SKJ-geregistreerd
Omdat de voorwaarden per gemeente verschillen om via PGB een tarief van € 40,00 per uur uitgekeerd te krijgen, was niet elke zorgverlener BIG- of SKJ-geregistreerd. Uiteindelijk zijn de meesten dat inmiddels bij ons wel. Echter was dit niet zo bij de start van het traject. Wij hebben daarom de SKJ-geregistreerde therapeut, die tevens leiding heeft over het traject, bij de gemeente voorgedragen als leidende therapeut. Hierdoor dekte haar SKJ als leidinggevende ook de andere therapeuten die onder haar supervisie werkten.

Probleem 4: sturing naar gecontracteerde zorg
Wij ervoeren een sturing naar gecontracteerde zorg. Elke keer weer werd het KDC genoemd, ook omdat medewerkers van JGt ook verbintenis hadden met de instelling achter het KDC. Hierdoor ben ik van mening dat de JGt medewerkers niet (altijd) objectief zijn, maar soms (onbewust) bevooroordeeld zijn. Als een bevooroordeelde JGt medewerker de gemeente een advies geeft, kan dus zijn dat de gemeente de PGB-aanvraag afwijst omdat ze vindt dat de aanvrager gebruik moet maken van Zorg in Natura (gecontracteerde zorg).De gemeente wijst het dan af met als reden dat ouders onvoldoende gemotiveerd hebben dat een gecontracteerde aanbieder niet de hulp zou kunnen bieden die nodig is. Dat mag echter niet zomaar. Ouders hebben wel een plicht, die niet verder gaat dan ‘oriënteren op de aangeboden voorzieningen in natura’. Dit betekent volgens een rechterlijke uitspraak dat u als ouder NIET moet beoordelen of de aangeboden individuele voorziening al dan niet passend is, maar moet beoordelen of u zich als ouder gemotiveerd op het standpunt heeft kunnen stellen dat de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder niet passend is.’ De ouders die eerder een rechtszaak aangespannen hebben tegen de gemeente gaven samengevat de reden dat ‘de door de gemeente aangedragen aanbieder niet passend was vanwege gebrek aan aansluiting bij de problematiek van het kind omdat het kind juist baat bleek te hebben bij de vertrouwde hulpverlening die eerder al met een PGB werd ingekocht’. Dit was volgens de rechtbank een meer dan voldoende motivering. Dit sluit trouwens aan bij de Memorie van Toelichting van de Jeugdwet (p.82): daar staat in dat voldoende is dat ouders zich voldoende hebben ‘georiënteerd’ op de voorziening in natura¹.
Wij hebben daarom in ons PGB-plan de volgende tekst opgenomen:
‘Wij vinden een verblijf van Nikki op een Kind Dagcentrum niet passend vanwege gebrek aan aansluiting bij de problematiek van Nikki omdat zij, aldus haar behandelaars, juist baat blijkt te hebben bij individuele begeleiding in een rustige en voor haar vertrouwde omgeving.’
In een later stadium hebben wij dit standpunt bevestigd en gevraagd aan het JGt om niet meer te beginnen over plaatsing op een KDC. Die keuze van ons is vanaf dat moment gerespecteerd.

¹Bron: sociaalweb.nl/jurisprudentie/jeugdwet-keuzevrijheid-voor-een-persoonsgebonden-budget-pgb 


Jeugdwet en Wet passend onderwijs

De Jeugdwet bepaalt dat er een goede afstemming moet zijn tussen (samenwerkingsverbanden van) primair en voortgezet onderwijs en gemeenten. Deze samenwerking moet gaan over het onderwijsondersteuningsplan en over het gemeentelijke plan voor de jeudghulp¹. In de regel krijg je als ouder/verzorger dan te maken met een andere instantie, of eigenlijk meer een samenwerkingsverband. In onze regio is dit PPO (Primair Passend Onderwijs) regio Leiden².

¹Bron: stimulansz.nl/jeugdwet-jeugdhulp-gemeenten 
²Bron: pporegioleiden.nl/over-ons 

PPO regio Leiden

Het samenwerkingsverband PPO regio Leiden verzorgt passend onderwijs voor alle kinderen van 4 tot 13 jaar. Bij dit samenwerkingsverband zijn zowel gewone basisscholen als scholen voor speciaal basis onderwijs betrokken. PPO voert de Wet passend onderwijs uit. Vaak wordt extra ondersteuning gegeven aan leerlingen die dat nodig hebben. De scholen binnen het samenwerkingsverband maken hier onderling afspraken over¹.

¹Bron: pporegioleiden.nl/over-ons